Skip to content

‘Dier blij, jij blij’

Pam van de redactie sprak met Nienke Endenburg over rouw als je dier komt te overlijden en over wat dieren kunnen betekenen voor mensen met BPS.

Nienke heeft van jongs af aan interesse gehad in dieren. Zelf heeft ze honden (Cairn Terriers), katten, konijnen, paarden, pony’s en schapen. Na haar studie pedagogiek aan de Universiteit Utrecht is ze gepromoveerd aan de faculteit Diergeneeskunde op de relatie Mens-Dier. Inmiddels is ze daar al 35 jaar werkzaam als universitairdocent. Daarnaast is ze werkzaam als zelfstandig GZ-psycholoog. Het welzijn van zowel mens als dier loopt als een rode draad door haar carrière. Door het contact met honden- en katteneigenaren op de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren kwam ze erachter dat er veel behoefte was aan begeleiding van eigenaren die het advies kregen hun huisdier in te laten slapen. Met regelmaat werd ze daarbij geroepen om de eigenaar in dit afscheidsproces bij te staan. Dit is uiteindelijk één van haar specialisaties in haar praktijk geworden.

In de introductie op je eigen website stel je dat je als GZ-psycholoog gespecialiseerd bent in het begeleiden van eigenaren waarvan het huisdier overleden is. Hoe kwam dat zo?
‘Dan ga ik je eerst wat vertellen over de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren (UKG). De UKG is een academisch ziekenhuis voor honden, katten en bijzondere huisdieren. Net als in een academisch ziekenhuis voor mensen staan daarbij onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg centraal. En net als in elk gewoon ziekenhuis kent de UKG verschillende geneeskundige disciplines zoals bijvoorbeeld orthopedie, oncologie, KNO en cardiologie. Er is een uitgebreide operatieafdeling, een verpleegafdeling en een afdeling intensive care. Huisdieren kunnen in de meeste gevallen bij ons terecht als ze verwezen zijn door de dierenarts. Bij langdurige behandelen van een dier, denk aan de ziekte kanker, waarbij het dier wordt behandeld door middel van operaties, opnames, chemotherapie, bestraling en  medicijnen komt het natuurlijk ook voor dat een dier niet meer te redden is. In zorgvuldig overleg met de eigenaar wordt dan besloten het dier in te laten slapen. Maar ook bij kortdurende behandeling, denk bijvoorbeeld aan een tweede opinie, kan het zijn dat de specialist de conclusie moet trekken dat verder behandelen zinloos is. Ook dat kan inslaan als een bom. De emotionele impact op een eigenaar die te horen krijgt dat zijn of haar dier uitbehandeld is kan immens zijn. En gezien mijn specialisatie (relatie tussen Mens en Dier – red) werd ik er dan vaak bij geroepen om de eigenaar te begeleiden. In de begeleiding van deze patiënt-eigenaren kwam ik met regelmaat tot de conclusie dat in de rouw om het verlies een huisdier, andere problemen, die tot dan op achtergrond waren gebleven, aan de oppervlakte kwamen. Denk bijvoorbeeld aan het verlies van een kind, een pestverleden of een in de jeugd opgelopen hechtingsstoornis. Voor mij was dit aanleiding, gesteund door mijn opleidingsverleden, om als GZ-psycholoog te gaan werken. Vanaf het jaar 2000 ben ik dan ook naast mijn werk als universitair docent werkzaam als zelfstandig behandelaar.’

Die problemen die na het verlies van een dier boven kunnen komen, hoe ga je daarmee aan het werk?
‘Meestal zoeken cliënten mij op, omdat ze een dier hebben verloren en omdat ze niet goed kunnen omgaan met dit verlies. Ik behandel allerlei diverse problemen, maar mensen komen mij vooral opzoeken, omdat ik gespecialiseerd ben in de rouwverwerking van dieren. Na twee of drie gesprekken merkte ik vaak dat onverwerkte problemen uit het verleden naar boven kwamen. Dat is een heel moeilijk moment voor deze groep mensen. Dan blijkt dat de overleden hond, kat of ander dier die problemen bedekten. Waarom? Omdat een huisdier zorgt voor structuur, voor aanspraak, voor zorg voor het dier. Een dier is zeker niet de oplossing om je spoken uit het verleden te verdrijven, maar kan wel een filter zijn om de zwaarheid van je ervaringen te verzachten. Als dan uiteindelijk in de sessies rouwverwerking andere problemen zich aandienen, vraag ik altijd toestemming of de cliënt daar verder over wil praten. En dan kunnen we beginnen aan een nieuw en geheel ander traject. Want pijn of trauma uit het verleden, daar moet je iets mee doen, anders blijft het je altijd achtervolgen. Dat zul je moeten verwerken. Je zal opnieuw door het verdriet uit het verleden heen moeten. Je zal het een plek moeten geven en moeten erkennen dat je verleden mede bepaald heeft wie je bent. En na die zelfacceptatie ontstaat er ruimte in je hoofd om je te focussen op je toekomst. Het klinkt gek, maar het overlijden van een dier kan het begin inluiden van het overwinnen van verborgen leed.’

Hoe zit het dan met mensen die met BPS kampen als een dier overlijdt?
‘Voor mensen met BPS is het verlies van een dier niet anders dan voor iedereen, daarin ervaar ik geen onderscheid. Sterker nog, er wordt vaak gedacht dat mensen met BPS gekker zijn met dieren dan de gemiddelde mens, maar dat is pertinent niet waar. De liefde voor dieren is in de gehele Nederlandse populatie gelijk. Ik zeg het nu heel ongenuanceerd: Of je hebt een hekel aan dieren of je houdt van dieren. Dat geldt dus ook voor mensen met BPS. Voor mensen met BPS kan een dier wel een enorme steun zijn om het dagelijks leven aangenamer te maken. Een dier helpt om een stukje geluk te vinden. Waarom? Een dier oordeelt niet. Een dier geeft verbinding met de maatschappij, dus een dier kan een brug zijn in het hebben van contacten met de buitenwereld. Dieren zijn altijd weer blij als je thuiskomt. Aan een dier kun je je geheimen vertellen. En deze constatering is bijzonder: Het lukt mensen met BPS een langdurige relatie te hebben met een dier. En het onderhouden van langdurige relaties is nou eenmaal voor de meeste mensen met BPS een moeilijke opgave. Een dier laat je ook niet in de steek.’

Kunnen dieren aanvoelen of je verdrietig of gelukkig bent?
‘Dieren kunnen niet praten. Als je tegen ze praat kunnen ze je ook niet begrijpen. Dieren doen alles non-verbaal. Ze lezen je lichaamstaal. Een dier herkent aan je manier van bewegen of aan “als je je anders gedraagt” dat er iets  is. Ze voelen wel aan in welke stemming je bent, maar ze hebben daar geen gedachten over. Dierenmenselijke eigenschappen toekennen heet antropomorfismen. Maar dieren weten echt niet hoe het zit, ook al denken wij soms van wel. Dieren leven in het hier en nu, maar dat kan jou ook helpen om zelf in het hier en nu te blijven. Toch is het heerlijk als jouw hond of kat zijn of haar kopje op je schoot legt als jij even niet lekker in je vel zit. De beloning voor je beestje is extra aandacht en dat je je huisdier extra kroelt, kriebelt en aait. En jouw viervoeter of gesnavelde metgezel, dat kan ook, kan je het fantastische gevoel geven dat er iemand voor je is.’

Wat voor advies kun je mensen met BDS geven die een huisdier willen aanschaffen?
‘Denk goed na. Mensen met BPS zijn geneigd om impulsief beslissingen te nemen. Doe dat bij de aanschaf van een dier zeker niet! Dieren kunnen wel een enorm belangrijke steunpilaar zijn. En dieren kunnen rust brengen in een toch als woelig bestaan waarin je emoties alle kanten kunnen opschieten. Dus neem de tijd om je te verdiepen in welk dier je wilt, om te ontdekken welk dier bij je past. Verdiep je in het karakter van het dier. Beoordeel of laat beoordelen of het dier gezond is. En neem bij voorkeur geen dier met een ‘rugzakje’. Dus denk daarbij aan een goed gesocialiseerd dier of denk daarbij niet aan een getraumatiseerd hondje uit het buitenland.’

Waarom?
‘Als jij een hondje hebt gevonden dat agressieproblemen vertoont, is dat een moeilijk op te lossen probleem. Als het je dan niet lukt om dat gedrag te keren, raak jij gefrustreerd en ga je niet de lol beleven die je met het dier in gedachten had. Vaak loopt dat fout af en moet het dier opnieuw herplaatst worden. Dus, kijk eerst in de spiegel, kijk wat jij het dier kan geven en houd er rekening mee dat er kosten aan het houden van een dier zit. Een dierenarts inschakelen kan zomaar tot een rekening van een paar honderd tot duizenden euro’s opleveren. Maar als je alle plussen en minnen optelt, dan kan jij een goede beslissing nemen en dan leert de ervaring dat je een mooie gelukkige tijd met je dier kan hebben. Dier blij jij blij.’

Pam Aelbers