Skip to content

Vaak denken mensen dat iemand met BPS erg snel boos wordt, geweld gebruikt en onredelijk uit zijn of haar slof kan schieten. Al te vaak worden mensen met BPS niet goed begrepen doordat we niet goed weten wat het precies is.  

Laten we alle kenmerken eens doornemen. En dan in simpele taal zodat we elkaar weer een beetje beter gaan begrijpen.  

1. Laat me niet alleen. 
Iedereen kan wel eens onzeker zijn in relatie, vriendschap of op het werk. Soms zijn er redenen waardoor je gaat twijfelen aan een vriendschap, en of je wel goed op kunt schieten met die ene collega. Dat gebeurt iedereen wel eens. Het verschil met iemand met BPS is dat dit gevoel van alleen gelaten worden veel voorkomt zonder dat daar een duidelijke reden voor is. Deze angst is groter dan wanneer je geen BPS hebt en het gevoel wordt al opgeroepen door een blik van iemand of een woord wat verkeerd wordt begrepen.  Door deze angst om verlaten te worden, kan iemand met BPS een ander gaan claimen. Die ander krijgt daar dan weer de kriebels van en trekt zich terug, wat het gevoel van alleen gelaten worden voor iemand met BPS juist weer versterkt. 

2. Ik weet wie ik ben. 
Bij opgroeien naar volwassenheid ontstaat het idee van wie je bent. Je staat steeds steviger in het leven, krijgt hobby’s, interesses en ontwikkelt je tot een evenwichtig persoon.  Als je BPS hebt dan is dat evenwicht er niet altijd even sterk.  Mensen met BPS blijven zich met regelmaat afvragen wie ze nu eigenlijk zijn, en zoeken dan opnieuw naar wat ze willen.  In groepen en relaties kunnen ze zich dan ook weer ineens heel anders gaan gedragen, of op een hele andere interesse storten.  Een levenslange zoektocht naar geluk dus eigenlijk.  

3. Aantrekken en afstoten. 
Door de vele wisselingen in het gevoel van wie je bent, de sterke emoties die dit soms op kan roepen en de onzekerheden in relaties kan ervoor zorgen dat een relatie met iemand met BPS voelt als een rollercoaster. Aantrekken en weer afstoten van iemand die zij liefhebben komt veel voor. De relatie kan zeker vol liefde zijn en de moeite waard, maar saai en voorspelbaar is het vaak niet.

4. Emoties vliegen van hoog naar laag. 
Het ene moment gelukkig, blij en lachend door het leven, het andere moment verdrietig, somber en neerslachtig. We kennen allemaal onze ‘up en downs’, dat hoort bij het leven. Bij de meeste mensen gaan deze wisselingen in emoties geleidelijk aan, heb je BPS dan schiet je van de ene emotie, de up, zomaar in een sneltreinvaart naar de andere emotie, de down. Deze snelle wisseling van hoe iemand met BPS zich voelt, zorgt dan ook weer voor versterking van de onzekerheid, de zoektocht naar wie zij zijn en de onrust in relaties.

5. Je ziet vooral wat iemand doet. 
Mensen met BPS zijn impulsief en doen soms dingen om de pijn, onrust en onzekerheid aan te pakken die niet helpend zijn. Ze bedekken eigenlijk de echte problemen die iemand heeft als gevolg van BPS. Denk hierbij bijvoorbeeld aan gokken, verslavingen, eetproblemen en drugs. Wat we zien is iemand die verslaafd is, iemand die drugs gebruikt, wat we niet zien is het onderliggende probleem. Als iemand met BPS niet goed wordt behandeld, zal de behandeling voor een verslaving of eetprobleem niet erg zinvol zijn.

6. Denken aan zelfmoord. 
Bij BPS worstel je vaak met je identiteit, gevoel om verlaten te worden en kan je veel pijn vanbinnen voelen.  Dan kan iemand met BPS gedachten hebben over zelfmoord. Dit komt bij mensen met BPS veel vaker voor dan bij mensen zonder BPS. Ze uiten deze gedachten soms ook door zichzelf te beschadigen. De zekerheid wordt vaak ook gezocht door zelfmoordgedachten te uiten: “Als je bij me weggaat, dan wil ik dood.”  

7. Ik voel helemaal niks. 
Zoeken naar identiteit en zekerheid kan het gevoel geven iets te missen. Wisselende gedachten en emoties gaan heen en weer in het hoofd van iemand met BPS. Dit geeft het gevoel dat er een leegte in je hoofd is, door al die wisselende gevoelens en emoties die het hoofd van iemand met BPS in gaan, maar er net zo snel weer uitgaan, leiden tot een leegte: “Eigenlijk voel ik helemaal niks.”

8. Ik haat iedereen! 
Iemand met BPS kan snel wisselen in emoties. Een verkeerde blik, of een verkeerd begrepen woord kan tot een uitbarsting van woede leiden. “Ik haat je”, soms zelfs met het gooien van spullen erbij. Maar iemand met BPS weet dat er daarmee een risico is om verlaten te worden. De snel opkomende woede kan dan weer worden bedekt door bijvoorbeeld zelfbeschadiging of een andere uitvlucht.

9. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet. 
Wat niet zoveel voorkomt bij BPS, maar wat we toch even willen noemen is het anders beleven, of zelfs anders zien van de wereld om hen heen. Vooral als iemand gestrest is, dan kan dit soms zelfs leiden tot een psychose en verlies van de werkelijkheid. Stemmen horen, waanbeelden hebben en verward raken – gelukkig gebeurt het niet vaak – maar het hoort wel in dit rijtje thuis.

*BPS Persoonlijkheidsstoornis wordt afgekort tot BPS.