Skip to content

Hieronder kun je tips & trucs lezen over hoe om te gaan met jouw naaste met borderline (trekken). Deze zijn gebaseerd op de eigen ervaringen van onze ervaringsdeskundigen en vrijwilligers.

Algemene tips die voor iedereen gelden:

  • Luister aandachtig naar wat er gezegd wordt. Let wel: luisteren is iets anders dan horen! Let ook op de lichaamstaal en de toon om de boodschap die uitgezonden wordt beter te begrijpen.
  • Als je iets niet begrijpt, vraag dan om uitleg. Door het stellen van vragen krijg je vaak beter inzicht in wat de ander nodig heeft. Goed gestelde vragen worden als plezierig ervaren en stimuleren tot verder vertellen.
  • Vat in je eigen woorden samen wat er gezegd is. De ander kan dan controleren of de boodschap juist is overgekomen en kan zo nodig aanvullingen geven. Samenvatten laat zien dat je de ander wilt volgen en dat je luistert.
  • Probeer zoveel mogelijk ik-boodschappen te praten: Je geeft aan wat jíj denkt of vindt. Dit hoeft niet overeen te komen met de mening of gedachten van de ander. Bijvoorbeeld: “Ik weet dat jij het allemaal wel mee vindt vallen, maar ik neem de kinderen vanmiddag mee, want ik vind het niet goed om ze hier te laten als je zo overstuur bent.”
  • Gebruik korte zinnen. Dit maakt de boodschap helder en eenduidig.

Communicatie en grenzen stellen

Grenzen stellen zorgt ervoor dat je niet overbelast raakt door het grenzeloze gedrag van de persoon met borderline. Daarnaast bieden grenzen degene met borderline structuur, veiligheid en duidelijkheid. Voor veel mensen is niet zozeer het stellen van grenzen, maar vooral het handhaven van grenzen heel moeilijk. Om grenzen te kunnen stellen, moet je eerst er achter komen wat jouw eigen grenzen zijn. De ervaring leert dat men de eigen grenzen pas leert kennen als een ander er overheen gaat. Veel mensen die in contact staan met mensen met borderline durven geen grenzen te stellen aan degene met borderline uit angst dat diegene zich afgewezen voelt of extreem reageert. Naastbetrokkenen en professionals hebben soortgelijke ervaringen met grenzen stellen en handhaven. Gestelde grenzen werken alleen als ze gehandhaafd worden; grenzen geven alleen dan structuur en veiligheid.

Maak gebruik van de tips die hierboven beschreven zijn en houd verder rekening met de volgende dingen:

  • Praat met degene met borderline over je grenzen op een moment dat je hem/haar rustig kunt uitleggen waarom je deze grens stelt en waarom dit belangrijk voor jou is. Praat in ik-boodschappen.
  • Stel alleen grenzen waarvan je weet dat je ze kunt handhaven. Grenzen handhaven is nog moeilijker, maar net zo belangrijk als grenzen stellen.
  • Bedenk dat grenzen nooit star zijn, maar altijd enigszins flexibel.
  • Vaak is het nodig om je grenzen steeds opnieuw aan degene met borderline duidelijk te maken.
  • Wees erop voorbereid dat het stellen van grenzen in eerste instantie extreme reacties bij de persoon met borderline kan uitlokken. Maak gebruik van de communicatietips en bedenk dat iedereen uiteindelijk baat heeft bij grenzen.
  • Grenzen stellen en handhaven moet je leren; geef jezelf de tijd.

Waar moet je rekening mee houden in het contact met iemand met borderline?

  • Iemand met borderline reageert vanuit zijn/haar kwetsbaarheid, de angst om in de steek gelaten te worden, negatieve kijk op zichzelf en de dingen om hem/haar heen. Dat zorgt voor conflicten en is vaak aanleiding voor borderline-gedrag. Een gewone opmerking wordt snel opgevat als kritiek.
  • Als je dat weet en accepteert, kun je begrip en aandacht opbrengen voor de chaos die degene met borderline voelt. Vaak is borderline-gedrag een noodsignaal waarmee iemand aangeeft hoe moeilijk hij/zij het heeft.
  • Door duidelijk, betrouwbaar en consequent te zijn, geef je veiligheid en geborgenheid.
  • Luisteren is vaak al genoeg. Je hoeft geen oplossing klaar te hebben.
  • Stop met het geven van goed bedoelde adviezen. Die komen meestal alleen voort uit je eigen angst en bezorgdheid.
  • Toon respect voor de opvattingen van de ander.
  • Gebruik duidelijk ik-boodschappen: zeg vanuit je eigen gevoel wat je denkt, zonder te proberen de gedachten van de ander in te vullen.
  • Ga niet in op het borderline-gedrag, maar vraag of de ander iets wil vertellen over hoe zij/hij zich voelt.
  • Moedig de ander aan om te vertellen over wat er moeilijk is en wat het voor hem/haar betekent om zo bang te zijn, stemmen te horen of depressief te zijn.
  • Als de ander niet kan of wil praten, respecteer dat. Laat wel je bereidheid zien.
  • Besef dat ‘er niet over willen praten’ vaak een gevoel van verdriet en machteloosheid bij jou oproept. Probeer dat te accepteren. Het hoort erbij, praat erover met iemand die naar jou wil luisteren.
  • Vraag welke hulp de ander nodig heeft en wat hij/zij van je verwacht.
  • Ga bij jezelf na of de verwachting van de ander voor jou haalbaar is en binnen je grenzen blijft (is emotie en verstand in evenwicht)?
  • Bespreek wat je moeilijk vindt en wees eerlijk en duidelijk over wat je wel en niet wilt en wat je wel en niet kunt.

Om dit te kunnen moet je naar jezelf leren kijken. Dat is het moeilijkste deel, want naar jezelf kijken confronteert je met je manier van omgaan met de ander, met al je beperkingen, pijn en verdriet, hulpeloosheid en machteloosheid.

Tot slot een aantal algemene tips voor communicatie:

  • Wees realistisch en eerlijk.
  • Er is geen absolute waarheid. Waarheid zegt vaak iets over het moment en je eigen waarneming of beleving.
  • Besef dat je eigen ongerustheid en zorgen een slechte raadgever zijn.
  • Probeer objectief te zijn. Oordeel niet.
  • Niemand heeft schuld. Iedereen moet er zelf uit komen.
  • Iedereen doet zijn/haar uiterste best.
  • Doe wat werkt en verlies jezelf niet in onhaalbare voorstellen.
  • Verlaat de situatie als het gesprek tot niets leidt.
  • Gebruik eenvoudige en directe zinnen. Wees helder en duidelijk.
  • Hou persoon en gedrag uit elkaar.
  • Blijf grijs denken, laat je niet meetrekken in zwart-wit denken.
  • Blijf je bewust van wat je over wilt brengen. Gebruik desnoods de techniek van de ‘kapotte grammofoonplaat’.
  • Onderken je eigen mening, maar hou ook ruimte voor de mening van de ander.
  • Schenk eerst aandacht aan de gevoelens van degene met borderline, daarna aan de feiten.
  • Leg je eigen angst en zorgen niet bij degene met borderline, zoek een andere uitlaatklep (bijvoorbeeld lotgenoten, een vriend of vriendin, professionele hulp)
  • Maak de ander medeverantwoordelijk door hem/haar te bevragen.
  • Kies het juiste moment uit: dus niet in een stressvolle situatie.
  • Bedenk samen oplossingen.
  • Maak goede afspraken.