Skip to content

Al weken had ik pijn in mijn rug. Vooral onderin deed het erg zeer en het beperkte me in mijn bewegingen. Toch maakte ik geen afspraak met de dokter. Ik was ervan overtuigd dat het vanzelf wel weer weg zou gaan. De gedachte om weer naar een fysiotherapeut te moeten, sprak me totaal niet aan. Gewoon volhouden, hield ik mezelf voor. Totdat het moment aanbrak, dat ik mijn kleine nichtje niet meer kon verzorgen en tillen, terwijl ik op haar paste. Mijn zusje moest naar huis toe komen en ik kon niks anders dan de huisarts bellen. Ik kreeg onmiddellijk pijnstillers voorgeschreven en daarnaast een verwijzing voor de fysiotherapeut. Ik zocht op Google naar een praktijk in de buurt, die me snel zou kunnen helpen. Het was vlug raak en ik kon de volgende dag meteen komen.

Ruim zeven jaar geleden had ik ook al eens rugklachten. De huisarts had me doorverwezen en ik werd verwacht door de specialist. Ik was toen nog niet in het bezit van mijn rijbewijs, dus ging ik er op de fiets naar toe. Op de afgesproken tijd was ik bij de praktijk, maar er werd me al snel verteld dat ik bij de andere vestiging moest zijn. Als een idioot ben ik naar de andere kant van de stad gefietst om zo mijn afspraak toch door te kunnen laten gaan. Het verdiende niet echt de schoonheidsprijs om op de eerste afspraak te laat te komen.

Terwijl ik het zweet over mijn rug voelde lopen, rende ik de juiste praktijk in en werd ik opgevangen door een jongen van een jaar of 22. Waarschijnlijk net afgestudeerd. Ik moest me uitkleden, terwijl mijn lichaam klam aanvoelde en ik ongemerkt probeerde de zweetdruppels van mijn hoofd weg te vegen. Hoe gênant ook, dit was niet hetgeen waar ik me zo druk over maakte. Nee, het waren de talloze littekens op mijn rechterarm, waarvan sommigen pas een paar weken oud waren en er lelijk uitzagen. Ik zag hem kijken en voelde me zo klein. Wat moest ik zeggen? Mijn lichaam begon nog meer te zweten en ik zocht naar passende woorden die er niet waren. Hij staarde, ik zweeg en probeerde mijn arm aan het zicht te onttrekken. Was ik maar thuisgebleven.

Ik houd er niet van dat onbekenden mijn littekens zien. De fysiotherapeut was daar geen uitzondering op. Toch was de pijn zo erg dat ik geen andere keus had. Bovendien stond ik steviger in mijn schoenen. Op woensdagochtend ging ik zenuwachtig naar de praktijk. De afspraak stond met Frank. Ik meldde me bij de receptie en wachtte af. Mijn hart stond even stil toen ik een jongen naar de telefoniste zag lopen om iets op te zoeken. Dat was Frank. Een oud-klasgenoot met wie ik weinig contact had en die na het behalen van zijn diploma uit mijn leven was verdwenen. Even had ik de neiging om op te staan en weg te rennen. Voor hem in mijn ondergoed staan, was al erg genoeg, maar het feit dat hij mijn littekens zou zien, trok ik niet. Straks wist iedereen dat ik mezelf verminkte… Het huilen stond me nader dan het lachen. Ik verborg mijn gezicht en vroeg me af wat ik nou moest. Heel groot was dan ook de opluchting dat een andere en oudere Frank me ophaalde. Er viel een last van me af.

Na kennismaking en het omschrijven van mijn klachten, moest ik me uitkleden. Deze keer vertelde ik wel heel kort iets over mijn leven. Ik wilde hem absoluut niet shockeren. Het was nog steeds onprettig om me uit te kleden, maar ik voelde een bepaalde rust. Frank heeft mijn littekens gezien, maar er niets over gezegd. Mijn rug had zijn enige prioriteit. Ik kwam weer een beetje bij van alle spanning en realiseerde me dat ik heel wat stappen verder was dan zeven jaar geleden. Ook de professionele houding van Frank droeg daaraan bij. Mijn littekens gaan nooit meer weg, dat heb ik aan mezelf te danken, maar ik leer ermee te leven. Deze positieve ervaring geeft kracht en hoop. Ik ben meer dan alleen littekens op mijn arm.

Anika Rooke

Deze column is eerder verschenen in het tijdschrift Mijn Geheim