Skip to content

‘Ik ben niet genezen, maar wel vrij’

‘Ik ben niet genezen, maar wel vrij.’ Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar voor mij vat het mijn situatie perfect samen. Door zestien jaar intensieve therapie ben ik weer in staat om de regie over mijn leven te nemen en niet langer een speelbal van mijn eigen emoties te zijn. Mijn leven werd jarenlang gedicteerd door stemmingswisselingen, woedeaanvallen, depressies, zelfbeschadiging, een negatief zelfbeeld en perfectionisme. Niet geheel verrassend kreeg ik op mijn achttiende officieel de diagnose ‘borderline persoonlijkheidsstoornis’ en belandde ik in de wereld van de GGZ.

Verschillende ambulante therapie, acute deeltijdbehandeling, crisisdienst, faalangstreductietraining; dat had ik allemaal al achter de rug, voordat ik dertien maanden opgenomen werd in een kliniek die gespecialiseerd was in de behandeling van mensen met een persoonlijkheidsstoornis. Zonder twijfel was deze opname de zwaarste beslissing die ik tot dusver in mijn leven heb moeten maken. Het was letterlijk een kwestie van leven of dood. Als ik in die zomer van 2001 niet opgenomen was, weet ik niet of ik het gehaald had. In de kliniek zette ik voorzichtige stapjes naar een evenwichtiger, minder destructief leven en probeerde ik mijn trauma’s een plekje te geven.

Vol verwachting ging ik met ontslag, maar eenmaal terug in de maatschappij en met slechts een tweedaagse vervolgbehandeling om op te leunen, viel ik al snel terug in oud gedrag. Ik worstelde met mijn identiteit, mezelf pijn doen uit zelfhaat of hoogoplopende emoties zou me nog jaren achtervolgen en ik had nauwelijks een toekomstvisie. Wat moest er nou nog van mij terechtkomen? School of werk waren geen optie en ik belandde in de Wajong. Ik vond het lastig om te accepteren dat mijn leven totaal anders verliep dan die van de meeste leeftijdgenoten en dat de relatie met mijn vriend René constant onder druk stond, terwijl ik zielsveel van hem hield. Toen een aantal jaren later mijn moeder ongeneeslijk ziek werd en snel aftakelde, maakte ik een vrije val en leek ik alles wat ik tot dusver in therapie geleerd had, vergeten te zijn.

Wat was een keerpunt voor mij? Het overlijden van mijn moeder begin 2011 en de start van de deeltijdbehandeling in diezelfde periode. Daar ontmoette ik, na tig andere  hulpverleners, Yara en we hadden onmiddellijk een klik. Ik voelde me veilig bij haar, maar ook gezien en gehoord. Zo had ik het niet eerder meegemaakt. Ik mocht huilen, boos zijn, rouwen om mijn moeder, maar werd voor het eerst in therapie echt aangesproken op mijn destructieve en ongezonde leefstijl. Ik slikte, maar ging ervoor. Dit vormde de start van een nieuwe Anika en luidde – achteraf gezien – mijn herstel in. Door intensieve gesprekken en therapieën als drama en creatief leerde ik anders met mijn emoties om te gaan en oefende daar zowel thuis als op de deeltijd mee. Mijn relatie met René verbeterde enorm, de zelfbeschadiging nam erg af en door passende medicatie werden de depressies en stemmingswisselingen enigszins hanteerbaar, waardoor ook mijn woedeaanvallen verminderden. De nooit aflatende steun van René, mijn familie, vrienden, groepsgenoten en Yara zijn daarbij ook van wezenlijk belang geweest. Zonder hun liefde, vertrouwen en geloof in mij had ik het niet gered.

Na de deeltijd ging ik in 2012 ambulant bij Yara verder. Het zou me nog dik vier jaar aan heftige, wekelijkse sessies kosten, voordat ik er klaar voor was om zonder therapie mijn leven te vervolgen. Mijn band met Yara was inmiddels zo hecht dat ik toen pas echt in staat was om mijn trauma’s onder ogen te komen, ze een plekje te geven en veranderingen in mijn leven aan te brengen. Yara was er onvoorwaardelijk voor me, ook al was ik soms nukkig, boos, gemeen of verdrietig. Ze gaf me een knuffel als ik het nodig had en vertelde ook over haar eigen leven. We leken gelijkwaardig en dat maakte dat ik me helemaal durfde open te stellen. Tot slot heb ik ook nog EMDR-therapie gehad, zodat de grootste triggers van vroeger niet meer zoveel ruimte innamen. Na zestien jaar therapie was ik er klaar voor om afscheid te nemen van de GGZ. Tegenwoordig heb ik maandelijks onderhoudsgesprekken bij de praktijkondersteuner van de huisarts en dat is voldoende.

Ik zei al eerder: ‘Ik ben niet genezen, maar wel vrij.’ Zo voelt het ook. Mijn klachten zijn sterk verminderd, ik kan er beter mee omgaan en laat me er ook op aanspreken als ik uit de bocht dreig te vliegen. Ik heb een evenwicht gevonden en ben blij met de persoon die ik vandaag de dag ben. Het blijft hard werken om stabiel te blijven, maar dat heb ik er graag voor over. Structuur en regelmaat zijn daarbij essentieel, evenals doseren en blijven praten. Toekomstplannen heb ik inmiddels ook genoeg.

Ik ben al jaren vrijwilliger bij Stichting Borderline in de functie van (hoofd)redacteur van de nieuwsbrief, ambassadeur bij MIND en geef sinds 2018 lezingen door heel Nederland. Recentelijk heb ik een boek (‘DAADKRACHT’*) over mijn leven met borderline geschreven en hoe ik door zestien jaar intensieve therapie weer de weg naar boven vond. Ik hoop anderen te bereiken met mijn verhaal, maar ook steun en hoop te bieden. Het is echt mogelijk om met een psychische kwetsbaarheid een fijn en gelukkig leven te leiden.

Anika Rooke

Meer lezen kan op: www.anikarooke.nl

* Mijn boek ‘DAADKRACHT’ is nog niet verkrijgbaar en wordt momenteel door een geïnteresseerde uitgever beoordeeld.