Skip to content

Eigenlijk wil ik het er niet over hebben, maar sommige zaken moeten er gewoon uit, omdat het zo pijnlijk is. Ik heb een eetverslaving. Nu hoor ik een hoop mensen denken: een eetverslaving? Als je daar aan lijdt heb je toch een eetstoornis? Dat klopt, maar na 40 jaar ervaring in het vak zeg ik al jaren, dat ik een eetverslaving heb. En dat is om de doodeenvoudige reden, dat het dezelfde symptomen heeft als elke andere verslaving.  Ik denk namelijk de hele dag (24/7) aan eten of ik nu wil of niet. Alles wat ik eet kan een eetbui triggeren. Ik word zenuwachtig als ik van mezelf niet mag eten, omdat ik af moet vallen of de eetbui moet compenseren. Uiteindelijk houd ik dit niet vol en sla ik compleet door en vreet alles op wat voor handen is. Daarna heb ik onnoemelijk veel spijt en heb ik voor de zoveelste keer gefaald. Ik ben een kneus en zal het nooit, maar dan ook nooit leren.

In 2014 kreeg ik voor het eerst in mijn leven een psychose. Om weer stabiel te worden, kreeg ik een batterij aan medicijnen toegediend, waaronder lithium en antipsychotica. Het zorgde uiteindelijk voor stabiliteit, maar ik moest dat met een toename van 40 kilogram bekopen. Ik had op eigen houtje natuurlijk weer kunnen gaan afbouwen, dat had ik in het verleden een aantal keer gedaan, met als gevolg dat ik binnen 9 maanden 35 kilo afviel en er weer uit zag als een jonge godin. In ieder geval in mijn ogen: een lekker wijf. Het duurde vaak niet zo lang voordat ik weer psychische klachten kreeg en dus opnieuw aan de medicatie moest en dat wilde ik ook, want ik was psychisch weer zo ontwricht dat ik bereid was alles te slikken, als ik maar weer mezelf werd.
De antipsychotica was de grootste oorzaak dat ik zo buitensporig zwaar ben geworden. Het zorgde er namelijk voor dat mijn eetverslaving duizend keer sterker werd. Ik weet echt nog steeds niet wat ik meemaak. Dat dit kan door één pilletje?! Het is zo ontzettend onrechtvaardig. Dan heb je al het gezeik van alles dat je mankeert en door goed voor jezelf te zorgen, word je ook nog eens zo dik als een pad. Gelukkig blijf ik overeind staan en ga ik er niet onder gebukt wat een ander vindt, maar het is en blijft zo oneerlijk dat ik door medicatie er zo uitzie.

Als ik nu foto’s van mezelf zie, kan ik er gewoon niet naar kijken, zo lelijk vind ik mezelf. Er staat ook nog geen foto in huis met mijn nieuwe uiterlijk, omdat ik het niet aan kan om geconfronteerd te worden met een gigantisch probleem, dat ik niet opgelost krijg. Ik nam het mezelf kwalijk, dat ik niet bestand was tegen die stem die mij doet eten! Ik dacht dat ik alles op verslavingsgebied wel gezien had, maar onder invloed van die medicijnen werd het buitenproportioneel. De zucht (aandrang) om te eten werd zo groot, dat ik het niet meer baas kon.
Alle oude gewoontes staken weer de kop op zoals,  ik stapte weer op de fiets naar de supermarkt om alleen maar zoete troep te halen. Ik kon die gele M niet voorbij rijden zonder er een milkshake te scoren. Op het treinstation trok ik toch weer een reep chocola uit de automaat. Dat waren voor mij momenten dat een ander niet toekeek, zodat niet ik betrapt kon worden. De snoeppapiertjes gooide ik onderweg weg, zodat ze thuis in de prullenbak niet te vinden waren. Bij de Mac ging ik niet door de Drive, maar naar binnen waar ik contant kon betalen, zodat mijn man niet op de rekening zag waar ik geweest was. Ik was mij zo ontzettend bewust van mijn junkiegedrag, dat ik radeloos werd, maar dan ook echt radeloos.

Maar toen kwam de eetgoeroe in beeld. Mijn SPV’er zei: ‘Waarom ga je niet naar de eetstoorniskliniek? Om nog eens te kijken wat je er aan zou kunnen doen.’ Ik had nog nooit echt bij een eetstoorniskliniek gelopen, omdat oude behandelaren tegen mij hadden gezegd: ‘Ik ken veel heftigere gevallen dan jij. Bij jou valt het wel mee.’
Het zal je maar gezegd worden en nu denk ik: ik zou heel graag die behandelaren nog eens terug willen zien en met een foto van toen en nu zeggen: En heb je nog zoveel babbels?” Maar ik weet dat ook ik dat los moet laten. Je denkt dat je in de zorg alleen maar empathische mensen kan verwachten, helaas zijn er toch nog vele hufters bij.

Maar die eetgoeroe is een verademing. Hij neemt mij gewoon serieus. Ik weet niet wat mij overkomt. Ik kreeg eindelijk de zorg die ik zo hard nodig had. Alles wat ik voelde in mijn lijf kon hij met een goed antwoord weerleggen. Alles waar ik zo tegen vocht, erkende hij. Hij zei steeds: ‘Dat hoort bij het beeld van een eetstoornis/eetverslaving.’ Ik voelde mij zo gesteund. Het lag niet aan mij, maar mijn hoofd werkt niet naar behoren.
Samen met hem pluizen we nu alles uit. Wat is misgegaan? Wat gaat goed? Wat zouden we langzaam kunnen of proberen te veranderen? Want nog steeds is het alles of niets bij mij. En als ik dan weer zo’n bui heb dat ik me alles zelf kwalijk neem, dat ik het gewoon zelf moet kunnen en dat ik eigenlijk zijn tijd en zorg niet verdien en maar beter kan stoppen, is hij er weer voor mij en zegt: ‘Zullen we alles weer eens tegen het licht houden? Stoppen kan altijd.’
Maar ik wil helemaal niet stoppen. Ik maak hele kleine stapjes en die stapjes zijn mij natuurlijk weer veel te klein, maar zo werkt het nou eenmaal, als je gedrag dat al 40 jaar in die bovenkamer zit, wil veranderen.

En als ik weer eens een keer op mijn bek ben gegaan of mijzelf weer door stress compleet volgevreten heb, zegt hij tegen mij: ‘Doe rustig aan, straf jezelf niet zo, je doet het goed, kom op! Kijk naar wat er wel goed gaat.’ Ik slaak een zucht en zeg tegen hem, dat ik hem nog keihard nodig heb! Dit stukje van mijn leven is zo heftig, doet nog steeds zoveel pijn, dat ik het gewoon niet aankan van tijd tot tijd. Dat ik mijzelf weer bij elkaar moet schrapen om lief te zijn voor mezelf en het is geen zaak van leven en dood, maar in mijn hoofd scheelt dat weinig. Dit is niet wat ik had bedacht voor mijn leven, dat ik mijn hele leven meer moet lijden dan leiden. Dit is waar ik het mee moet doen niet meer en niet minder.

Toch hoop ik dat er op een dag een pil voor verslaving is, voor welke verslaving dan ook. Want alle verslavingen hebben gemeen dat ze je leven in de tang hebben en dat loskomen daaruit zo zwaar en moeilijk is. Wat zou mijn leven zonder zucht een feest zijn, niet meer uren per dag aan eten denken en dan vooral dat ik niet mag eten. De zucht houdt mij nog steeds in zijn greep. Een greep die ik absoluut niet wil, zo graag kwijt dan rijk ben. Maar er is en blijft altijd hoop. En hoop doet nog steeds leven.

Yezzie