Skip to content

Ik heb je nodig! Ja, ik ga heel brutaal zijn, maar ik heb je echt nodig. Ik heb jullie allemaal nodig en weet je waarvoor?

Het was 2001 en ik had net zelf vastgesteld dat ik gezegend was met borderline. Ik had een interview gelezen in de Utrechtse straatkrant over een dakloze dame die ook te horen had gekregen dat ze borderline had. Het was mijn verhaal, niet echt natuurlijk, maar het was alsof ik mijn leven las door de ogen van haar. Ik was zo blij, zo blij dat ik eindelijk wist wat er met mij aan de hand was. Mijn professionals waren het totaal niet met mij eens en hadden hele andere kenmerken bij mij vastgesteld, maar na vier jaar van intensieve begeleiding vond ik het welletjes en durfde ik eindelijk voor mezelf op te staan. Vanaf nu ging ik mijn eigen weg en klopte bij andere “zelfgekozen” deuren aan. Als ze mijn taal niet spraken, maakte ik meteen rechtsomkeert. Het is echt niet zo dat dat zonder slag of stoot ging. Ook ik was onzeker en af en toe reddeloos verloren, want het kon zomaar zijn dat ik mijn eigen ruiten stond in te gooien. Maar ja, dat waren dan wel mijn ruiten!

In het artikel las ik dat er een heuse stichting was in Utrecht voor mensen met de borderline persoonlijkheidsstoornis. Ik nam contact op en werd donateur, daardoor kreeg ik vier keer in het jaar de toen nog papieren nieuwsbrief en die viel al snel op de mat. Eerlijk gezegd werd ik daar een beetje beroerd van, er stond zulke zware kost in. De behoefte naar een beetje luchtigheid kwam meteen naar boven en toen viel er een muntje. Zou ik een column mogen schrijven voor het blaadje? Ik was al eens op kantoor geweest en vroeg het aan de redactie van de nieuwsbrief. Het mocht, vier keer in het jaar zou ik een column mogen schrijven. Een grote droom ging in vervulling. Maar toch had ik mijn twijfels. Want wie was ik om te bepalen of ik überhaupt wel kon schrijven? Zaten mensen wel op mij te wachten? Wel wilde ik het onder een nickname schrijven. Ik was te onzeker om mijn eigen naam te vermelden. Het werd Yezzie en die naam had ook weer een oorsprong.

Heel mijn leven heb ik gezongen en het liefste in een band. Mijn familie zei altijd: ‘We geven je op voor de Soundmixshow, hoor!’ Dat was toen “The Voice” van de jaren tachtig. Ik heb dat nooit gewild, ook omdat ik onzeker was. Toen ik een jaar of 19 was, noemde een vriend van mij mij altijd Yezzie. Ik vond dat wel leuk klinken. We zaten wel eens onder het genot van een witbiertje te mijmeren over de toekomst en toen zei ik: ‘Als ik een band begin, wordt de naam Lady Yezzie.’ De band is er nooit gekomen, maar de naam kreeg een heel ander podium, namelijk die van columniste. De naam vond ik ontzettend passend en zo zie je maar dat dromen af en toe echt uitkomen.

De eerste paar jaar ben ik nog wel op kantoor geweest, maar na vier jaar verhuisde ik van de randstad naar Zeeland. Naar kantoor komen zat er niet meer in natuurlijk, maar daarmee viel het contact met iedereen ook weg. We hadden wel internet, maar veel meer dan mijn columns schrijven kon ik niet meer doen en ik merkte dat ik daar helemaal niet mee wilde stoppen. Ik bleef gewoon mijn vaste bijdrage tikken en mailen. De nieuwsbrief kwam elk kwartaal uit en meestal voelde ik aan mijn water dat het weer tijd was voor een nieuwe, maar dan hoorde ik niets meer. Ik nam dan toch elke keer weer contact op en dan bleek dat er heel veel mensen weg waren bij de stichting en er eigenlijk geen “oude” meer over waren. Heel vaak heb ik gedacht: Stik er maar in! Als ik er altijd achteraan moet fietsen, bekijk je het maar.

Ik kon het niet loslaten. Ik voelde me altijd zo gewenst. En vooral, omdat ze nog nooit tegen mij gezegd hebben dat mijn column niet goed was. Ze hebben nooit gezegd dat ik bepaalde woorden niet mocht zeggen. Ik werd compleet vrijgelaten en daar zit het hem in. Het vrijlaten! Ik kon er zo mijn ei in kwijt. De meest pijnlijke situaties heb ik opgeschreven en dat voelde als een bevrijding om het ook echt zwart op wit te zien! Ik ben helemaal geaccepteerd, zoals ik ben en waar gebeurt dat nog?

Door de jaren heen probeerde ik toch contact te houden. Bij vrijwilligersuitjes of de landelijke publieksdag probeerde ik altijd erbij te zijn, omdat ik het zo belangrijk vind om mensen in het echt te zien. Ook al betekende het dat ik dan minstens drie uur in de auto zat of zes uur met het openbaar vervoer moest. En dat dan op één dag. De lijnen bleven daardoor kort en dat werkte in de praktijk zo fijn. Dan wist ik wat er speelde en bij wie ik moest zijn voor hoe of wat en vaak hoorde ik dan: ‘Oh, ben jij Yezzie?’ Ik lees hem met veel plezier hoor, zeiden ze dan. Dit was zó ontzettend goed voor mijn ego.

Het is nu 2021 en vier ik mijn 20-jarig jubileum als vrijwilliger. Ik heb het nergens zo lang uitgehouden, haha. Maar zoals ik al zei: Ik word geaccepteerd voor wie ik ben! En dat zegt gewoon alles! De stichting heeft mijn hart gestolen en ik hoef hem nog steeds niet terug en weet je waarom? Omdat ik het zo graag doe. Investeren in de ander zonder dat daar een prijskaartje aan hangt. Omdat ik zelf heb ervaren hoe belangrijk naastenliefde is, lotgenoot te zijn, belangstellende of gewoon een open mind te hebben voor een ander.

En dan nu het brutale stuk. De stichting heeft poen nodig. Ik weet het, het is een directe constatering en een brutale vraag, maar als je iets over hebt voor ons, al is het maar een euro of een vast bedrag als donateur, zou ik je daar zo dankbaar voor zijn. Dan kunnen we door met waar we zo goed in zijn. Hulp bieden aan mensen met de borderline persoonlijkheidsstoornis en iedereen daaromheen? Het enige wat ik zo graag zou willen horen aan het eind van het jaar is: ‘Yezzie, we hebben weer centjes, schrijf jij maar door totdat je een ons weegt!’

Yezzie

Wil jij graag eenmalig doneren na het lezen van dit stuk? Dat kan hier. Of wil je meer informatie over wat het donateurschap inhoudt? Klik dan hier