Skip to content

Ik mag niet bestaan. Ik ben niet goed genoeg. Iedereen haat mij. Ik verdien het leven niet. Het komt nooit meer goed. Ik verdien pijn! Alles is mijn schuld. Ik ben niet oké! Dit is een kleine impressie van de gedachten die dag en nacht rondgaan in mijn hoofd. Gedachten waarvan ik soms kan denken dat ze niet kloppen, maar vaak zijn ze zo overtuigend dat ik ze toch wel geloof.

Het is moeilijk om uit te leggen hoe erg vermoeiend het proces is dat in mijn hoofd plaatsvindt. Ik beschrijf het vaak als een soort oorlog. Het gaat namelijk constant door, maar vaak ziet niemand wat er gebeurt. Ik heb namelijk een heel sterk masker gebouwd. Daar ben ik mee aan de slag gegaan toen ik een jaar of 10 was. Toen begon het allemaal. Voor mijn omgeving was ik de grappenmaker, stoer, zelfverzekerd en absoluut niet bang. Maar vanbinnen was dit heel anders. Ik was heel onzeker en wel degelijk bang. Ook was ik niet vrolijk, juist vrij somber. Maar niemand mocht dit zien. Niemand heeft het ook gezien.

Dit heb ik volgehouden totdat ik 19 was. Mijn moeder overleed toen ik 18 was en pas toen mijn verjaardag eraan kwam, ben ik ingestort. Ik werd depressief en mijn suïcidaliteit werd erger. Stukje bij beetje viel mijn masker af, ik kon het niet meer volhouden.

Ik had hulp nodig, maar die hulp wilde ik niet. Ik vond dat zwak. Bang wat anderen ervan zouden kunnen denken. Ik heb dan ook geen hulp gezocht. Ik vertelde mijn vader uiteindelijk dat ik niet meer verder wilde leven. Hij heeft de huisarts gebeld en zo ben ik de hulpverlening ingerold. Ik vond de hulpverlening lastig, want ik werd niet serieus genomen in de dingen die ik vertelde.

Ik heb uiteindelijk een suïcidepoging gedaan toen ik 19 was. Mijn psycholoog wist hiervan, maar zij nam dit niet heel erg serieus. Zij zag het als aandacht vragen en ergens begrijp ik dit wel. Maar ik was bang, bang voor mijn eigen gedachten en voor impulsieve handelingen, die uiteindelijk ook plaatsvonden.

Ik werd gelukkig wel doorverwezen en kwam uiteindelijk terecht bij een hele fijne psycholoog. Er werd een borderline persoonlijkheidsstoornis vastgesteld en nog een aantal andere dingen. Dit was voor mij een hele opluchting, een verheldering. Er werd namelijk lange tijd gezegd dat ik alleen een ernstige depressie had, maar ik wist dat dat niet het enige was. Nu kon ik er iets mee en kon ik passende hulp krijgen. Zo begon ik de weg te bewandelen richting herstel.

Dit pad bewandel ik nog steeds. Ik ben nu inmiddels 22. Ik heb veel intensieve therapie gehad, maar ik ben nog steeds niet waar ik wil zijn. Ik moet dat gaan accepteren. Accepteren dat ik beperkingen heb. Accepteren dat ik niet zoals mijn vriendinnen ben. Accepteren dat ik vaak somber zal zijn en dat er een aantal gedachten nooit helemaal weggaan. Ik moet mezelf en alles wat daarbij hoort gaan omarmen. Maar als ik heel eerlijk ben, is dat het moeilijkste wat ik moet gaan doen!

Ondertussen ben ik gaan werken bij Stichting Borderline als vrijwilliger voor het lotgenoten contact. Iets wat ik heel fijn vind, want ik heb altijd anderen willen helpen en nu kan ik dat! Ik luister graag naar mensen, want soms is dat het enige wat iemand even nodig heeft. Een klein beetje tijd om je verhaal te vertellen tegen iemand die zonder oordeel naar je luistert. Dat ik dit kan bieden geeft mij veel voldoening. Hiermee wil ik dan ook verder. Na vier jaar thuiszitten heb ik mij weer ingeschreven voor een studie. Verpleegkunde is wat ik wil gaan doen, zodat ik mijn sterkte punten en krachten ook in de toekomst kan gaan inzetten.

– Melanie